Het brakelhoen
In vroegere tijden scharrelden er
bij iedere boerderij wel kippen rond die vergelijkbaar waren met
de brakelhoenders. Deze dieren, ook wel landhoenderen, werden zowel
voor hun eieren als voor hun vlees gehouden. Ze waren grotendeels
op zichzelf aangewezen en moesten hun eten zelf bij elkaar zoeken
en af en toe viel er iets te halen op de boerderij. Van echte rassen
zoals we ze nu kennen was er nog geen sprake. Er was wel enige selectie
op legkracht en vleeskwaliteit. Voor de rest bepaalde vooral natuurlijke
selectie hoe de kippen evolueerde. Als gevolg hiervan ontstonden
er streekgebonden hoendervarianten, die aangepast waren aan de omgeving
waarin ze leefden. Op arme zandgronden waren de kippen vaak kleiner
en schraler dan dieren die in overvloed leefden op de rijke, zware
kleigronden.
In de streek van Brakel werd er al in 1416 melding gemaakt van een
streekgebonden hoenderras, dat waarschijnlijk de voorloper is van
de huidige brakel. Van een veredeld ras was er geen sprake, allerlei
kleurvarianten en tekeningpatronen kwamen naast elkaar voor. Pas
na halfweg de negentiende eeuw begon men dieren te selecteren volgens
bepaalde standaarden en onstonden de eerste echte rassen.
Aanvankelijk bestonden er twee varianten van de brakel: de lichte
Kempische brakel en de zwaardere Vlaamse brakel. In angelsaksische
landen zijn de afstammelingen van de eerste nog steeds bekend als
de "Campines". De huidige Campine
heeft veel weg van de hedendaagse brakel, met als voornaamste verschil
de hennebevedering van de haan. In andere woorden, de haan ziet
er nagenoeg hetzelfde uit als de hen.
Nauw verwant aan de brakel zijn de Friese hoen, de Drentse hoen,
de Hollandse hoen en nog een aantal andere landhoenderrassen.
Als legkip is de brakel een voortreffelijk
dier. Met zo'n 180 tot 200 eieren per jaar moet de brakelhoen nauwelijks
onderdoen voor de zogenaamde 'legbatterij' kippen. Eeuwenlange selectie
heeft van de brakel een sterk en gehard ras gemaakt, dat bestand
is tegen ons wisselvallige klimaat. Helaas heeft de brakel het moeten
afleggen tegen de hybride kippen die hun ingang vonden in Europa
na de tweede wereldoorlog. Deze hybriden stelden minder eisen aan
hun leefomgeving (lees ze konden beter tegen het leven in kleine
hokjes) en ze legden een paar eieren meer dan inheemse hoenderen.
Het jammerlijke gevolg is dat de brakel een relatief zeldzaam ras
is geworden, dat sinds het einde van de tweede wereldoorlog balanceert
op het randje van de ondergang. Het spijtige is dat de brakelhoen
echter wel een zeer geschikte kip is voor extensieve veehouderij
en liefhebbers die in de tuin enkele kippen willen houden. Helaas
maakt onbekend ook onbemind, en dat is zeker zo bij de brakel. Om
het ras in stand te houden is er in 1971 een speciaalclub voor het
Brakelhoen opgericht.
Als hobbydier is de brakel een uitstekende
keuze. Ze zijn zelden ziek, stellen weinig eisen aan hun voeding
en leggen goed. Ook zijn het mooie dieren dieren met effen halskraag,
gestreept verenkleed om het lichaam, grijze poten, omvallende kam
bij de hen, donkere ogen en witte oorlellen.Het zijn het oplettende,
alerte kippen, die echter wel handtam gemaakt kunnen worden. Een
van de weinige nadelen is misschien wel het feit dat brakels goede
vliegers zijn. Dit is echter goed op te lossen door de slagpennen
van één vleugel te kortwieken. Als ze voldoende voedsel
en loopruimte hebben, zullen ze niet snel wegvliegen. Bovendien
kan hun vliegcapaciteit de dieren in staat stellen te ontkomen aan
roofdieren.
Naar de toekomst toe is het te hopen dat het
brakelras meer waardering krijgt, en dat men op politiek vlak tot
de conclusie komt dat de brakel tot een waardevol onderdeel van
het Vlaams-Nederlands-Belgisch cultureel/ecologisch erfgoed behoort
en de nodige bescherming verdiend. Het zou bijzonder triest zijn
als rassen als de brakel enkel nog voortleven in kinder- en geschiedenisboeken.
Ook vanuit het standpunt van biologische diversiteit zijn oude rassen
waardevol, ook voor de huidige landbouwindustrie. De kwetsbaarheid
van de huidige landbouw met betrekking tot ziekten is voor een deel
te verklaren door het gebrek aan diversiteit. Als alle dieren van
de zelfde stam zijn, dan zijn ze ook allemaal voor dezelfde aandoeningen
gevoelig. Meer diversiteit (lees meerdere rassen) is hierdoor indirect
ook belangrijk voor de moderne landbouw.
Het doel van deze website is om de brakel meer bekendheid
te geven, (toekomstige) liefhebbers wegwijs te maken in het houden
van deze prachtge dieren en om een platform te bieden waarbij mensen
hun ervaring en kennis kunnen uitwisselen.
|